Installatiehandleiding: CalAmp LMU 36XX in Wagenpark
Vaardigheidsniveau: Gemiddeld
Installateurs moeten dashpanelen en instrumentengroepen kunnen verwijderen en apparaten kunnen bevestigen en monteren.
Geschatte installatietijd: 15-30 minuten
Dit artikel geeft weer hoe alle voertuigvolgsystemen uit de CalAmp 36XX-serie geïnstalleerd moeten worden.
Het bevat:
- Voorbereiding voor de installatie
- Het systeem installeren
- Sensoren en randapparatuur installeren
- Het apparaat bevestigen
- Werking verifiëren
- Contact met de klantenservice
Voorbereiding voor de installatie
Voordat u het apparaat installeert, moet u een paar dingen doen voor een soepel proces.
Controleer de inhoud van de doos
U moet de volgende dingen ontvangen hebben:
- CalAmp 36XX
- Bevestigingsbeugel
- OEM diagnostische aansluiting
- I/O-uitrusting (optioneel)
Maak uw wagenpark klaar
We raden aan om het apparaat buiten in een gebied met goede netwerkdekking te installeren.
Verzamel de voertuiginformatie
Voer voor elk voertuig de volgende informatie in om de installatie te voltooien:
- Voertuignaam: geef het voertuig een naam waarmee het op de Live kaart en in rapporten eenvoudig geïdentificeerd kan worden.
- Kentekenplaat voertuig
- Bouwjaar, merk en model van voertuig
- Huidige kilometerstand
Pak uw gereedschap en benodigdheden
Afhankelijk van uw voertuigtype heeft u het volgende gereedschap nodig:
- Verwijderingshulpmiddelen dashpaneel
- Draadstripgereedschap
- Digitale spanningsmeter
- Draadloze boor
- Schroevendraaierset voor algemeen gebruik
- Moerdop (standaard/metriek)
- Werklamp
- Isolatietape - Super 33 of beter
- Extra tiewraps
- Extra parkerschroeven
- Extra krimpringterminals, verbindingsconnectors en een mini zaklamp
- Add-A-Circuit zekeringadapters
Het systeem installeren
1. Kies een plek waar u het apparaat kunt bevestigen
Het apparaat moet bevestigd worden:
- met het etiket aan de bovenkant.
- buiten het zicht van de bestuurder.
- hoog in het dashboard voor het beste signaal.
- met een rechtstreeks zicht naar buiten vanuit het voertuig
- niet in een omgeving met veel metaal.
Bevestig het apparaat nooit in de motorruimte, rechtstreeks boven de AM/FM radio, in de buurt van bewegende onderdelen of op een plek die aan de elementen is blootgesteld.
2. Noteer de informatie over het apparaat en voertuig
Noteer het serienummer van het apparaat. Dit en de voertuigdetails heeft u nodig om de installatie te verifiëren.
U kunt het ESN label aan de onderkant van het apparaat vinden.
3. Installeer de meegeleverde diagnostische kabel in het verlengde van de OEM diagnostische aansluiting
Sluit de kabelboom nog NIET aan op het voertuigvolgsysteem.
- Verwijder de OEM diagnostische aansluiting
- Installeer de meegeleverde diagnostische kabel op de lijn
- Installeer de meegeleverde diagnostische kabel in de OEM-plek
- Leid de diagnostische kabel naar de plek waar het apparaat bevestigd wordt
- Maak de kabel vast buiten het bereik van bewegende onderdelen
Groene led (gps)
- Uit = gps UIT
- Knipperend = gps AAN, 1x knipperen per aangesloten satelliet
Oranje led (Com)
- Uit = modem UIT
- Knipperend = ontsteking UIT
- Snel knipperend = ontsteking UIT, maar geen verbinding met een netwerk
- Constant = ontsteking AAN, verbinding met netwerk
Sensoren en randapparatuur installeren
Om de bestuurders-ID en sensoren in te schakelen moet u extra hardware installeren.
Lees om dit te doen het volgende:
- Onze installatiehandleiding voor bestuurders-ID
- Onze installatiehandleiding voor temperatuursensor
- Onze installatiehandleiding voor magnetische deursensor
Het apparaat bevestigen
- Vanwege de interne versnellingsmeter moet het apparaat met tiewraps, VHB-tape of klittenband vastgemaakt worden. Plak geen tape over de ESN op het etiket (als het tape verwijderd wordt, trekt dit het etiket mee en wordt het onleesbaar).
- Zet het systeem stevig vast zodat het niet kan verplaatsen.
Als het systeem niet stevig is bevestigd, wordt de nauwkeurigheid van voorvallen van onrustig rijgedrag beïnvloedt. - Werk de kabel weg en zet deze vast met tiewraps.
- Controleer of alles goed vast zit en snijd de mogelijke overtollige lengte aan tiewraps af.
Werking verifiëren
Gebruik de Fleet Hardware Installer-app om de werking te verifiëren.
Download de Fleet Hardware Installer-app:
- iOS: ga naar de Apple App Store
- Android: ga naar de Google Play Store
Minimale apparaatvereisten:
- Apple: iOS 11 en hoger
- Android: Nougat 7.0 en hoger
Contact met de klantenservice
U kunt contact opnemen met Verizon Connect Support via de volgende mogelijkheden:
Bellen:
Fleet Support: # 877.943.7306
Fleet Govt Support: # 800.906.9316 (alleen installatiepartners van Verizon Connect)
Networkfleet Support: # 866.227.7323
E-mail:
Fleet Support: support@verizonconnect.com
Fleet Govt Support: fleet.govt@verizonconnect.com (alleen installatiepartners van Verizon Connect)
Networkfleet Support: nwfsupport@verizonconnect.com
Disclaimer
Verizon Connect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade door of via gebruik van onze services, waaronder de gps-volghardware en dashcams, op een manier die tegenstrijdig is met deze instructies of volgens de wet en/of onze overeenkomst niet toegestaan is. Volghardware die aan de diagnostische poort in voertuigen met externe apparaten is aangesloten kan ervoor zorgen dat het externe apparaat of het voertuig minder goed functioneert. Deze externe apparaten zijn onder andere rolstoelliften, stationairbesturingsmodules en PTO’s. Neem bij een dergelijk conflict contact op met Verizon Connect Support om de volghardware te laten configureren zodat deze het externe apparaat ondersteunt. Als dit niet gedaan wordt, is Verizon Connect niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit of gekoppeld is aan uw gebruik van de apparaten. Geïnstalleerde apparaten mogen alleen worden verwijderd en verplaatst naar een ander voertuig indien het tweede voertuig getest is voor compatibiliteit, volgens deze instructies. Indien overplaatsingen tussen voertuigen niet volgens deze instructies verlopen, komen alle garanties van Verizon Connect te vervallen en wordt Verizon Connect van alle aansprakelijkheid ontheven voor schade door of via het gebruik van de apparaten.