Handleiding voor verwijdering: Voertuigvolgsysteem met diagnostische kabel of kabelboom met 3 draden

Dit is een papieren versie die mogelijk niet meer up-to-date is. Ga voor de meest recente versie van onze hulpbronnen naar https://install.verizonconnect.com/hc/nl-nl.

Vaardigheidsniveau: Gemiddeld

Installateurs moeten dashpanelen en instrumentengroepen kunnen verwijderen en apparaten kunnen bevestigen en monteren.

In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u voertuigtelemetrie en volgsystemen voor bedrijfsmiddelen kunt verwijderen, zoals Verizon Connect VDD, VT400 en EAT, evenals CalAmp-, Xirgo- en GenX-apparaten. Dit document kan ook worden gebruikt ter referentie als u soortgelijke telemetrie-apparaten wilt verwijderen.

Vereiste tijd: maximaal 15 minuten

Voor u begint

Lees deze handleiding in zijn geheel voordat u een voertuigvolgsysteem verwijdert, zodat alles soepel verloopt.

Pak uw gereedschap

Afhankelijk van het voertuigtype heeft u het volgende gereedschap nodig:

  • Werklamp
  • Verwijderingshulpmiddelen dashpaneel
  • Gereedschap voor losmaken van antenne
  • Schroevendraaienbits en doppenset
  • Diagonale draadsnijders (geen schaar)
  • Isolatietape - Super 33 of beter
  • Tiewraps

Procedure

De ontsteking van het voertuig moet uit staan voordat u het volgsysteem verwijdert.

Stap 1: Zoek het voertuigvolgsysteem en maak het toegankelijk

De meeste telematica-apparaten maken gebruik van een interne antenne; de CalAmp 42xx-serie heeft echter een externe antenne die zich vaak op de voorruit of mogelijk achter de A-stijl bevindt.

  1. Zoek het apparaat door de volgende plekken te onderzoeken (in deze volgorde):
    • Achter het zijpaneel bij de knie van de bestuurder
    • Achter de instrumentengroep
    • Achter de middelste console
    • Achter het handschoenenvakje

      Vehicle_Tracker_Locations_-_Main.png

      Vehicle_Tracker_Locations_-_Blue.jpg Locaties GPS-unit
      Vehicle_Tracker_Locations_-_Green.jpg Locaties externe antenne

  2. Zodra u het apparaat hebt gevonden, verwijdert u alle tiewraps of andere bevestigingen die de kabels op hun plek houden.

Stap 2: Maak alle aansluitingen van het apparaat los

  1. Koppel de diagnostische kabels los.
  2. Koppel de eventuele kabelboom los.
    De kabelboom kan blijven zitten; u hoeft deze niet te verwijderen van het voertuig.
  3. Koppel eventuele seriële communicatiekabels los.
  4. Koppel de eventuele leads van de externe antenne voor GPS- en mobiel signaal los.
    De antennes van voertuigvolgsystemen zoals de CalAmp 4225, 4233, of 4235 modellen zijn vaak uitgerust met leads voor GPS- en mobiel signaal.

Stap 3: Zet de kabelboom vast

  1. Verwijder eventuele draad-met-draadverbindingen met behulp van een draadsnijder en isoleer de draden opnieuw met isolatietape
    OF
    laat alle draad-met-draadverbindingen zoals ze zijn.
  2. Zet de verbindingen vast aan nabijgelegen beugels of kabelbundels met behulp van tiewraps of isolatietape.
    Zorg ervoor dat de kabels die verbonden zijn met de ontstekingskabels genoeg ruimte hebben om bewegingen van het telescopische stuur mogelijk te maken.

Stap 4: Verwijder de Y-kabel of ECMD-kabel (indien aanwezig)

  1. Verwijder de Y-kabel of ECMD-kabel als deze is gebruikt om het apparaat te verbinden.
  2. Plaats de originele OBD-II-poort of OEM Data Link Connector (DLC) terug op zijn plek.

Stap 5: Verwijder de externe antenne (indien aanwezig)

Als er een externe antenne aanwezig is, verwijder deze dan door hem met lichte, gelijkmatige druk van het glas van de A-stijl te halen.
Zet de ontdooistand van het voertuig op Hoog om antenne's los te maken die met dubbelzijdig tape op de voorruit zijn bevestigd.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de antenne, en zorg ervoor dat de voorruit niet barst:
- Als u een antenne verwijdert van het glas.
- Als u de plastic afdekking van de A-stijl verwijdert.

De clips om panelen terug te plaatsen kunnen lastig uit te lijnen zijn en zijn erg breekbaar.

Stap 6: Verwijder eventuele randapparatuur

Deze stap is alleen voor installaties met een Bestuurders-ID of een nood-/privacyknop.

  1. Koppel de Molex-pin van de randapparatuur los van de kabelboom.
  2. Als u de randapparatuur wilt laten zitten: koppel de kabels los en laat de knop zitten.
    Als u de randapparatuur volledig wilt verwijderen: koppel de kabels los en verwijder de knop.
  3. Als u de randapparatuur wilt laten zitten: zet eventuele overtollige kabels vast aan een nabijgelegen kabelbundel of beugel met tiewraps.
    Als u de randapparatuur volledig wilt verwijderen: verwijder eventuele kabels.
  4. Isoleer eventuele blootliggende uiteinden met isolatietape.

Stap 7: Verwijder de sensorinvoer

Deze stap is alleen voor installaties met een sensorinvoer.

Zorg ervoor dat er geen stroom staat op de aansluiting met de sensorinvoer

  1. Koppel de sensorinvoerkabel los van de stroombron met een draadsnijder.
  2. Isoleer eventuele blootliggende uiteinden met isolatietape.
  3. Verwijder overtollige kabels of kabelboom.

Stap 8: Plaats weggehaalde onderdelen terug

Plaats alle delen die u hebt afgesneden tijdens deze procedure terug.

Stap 9: Registreer de voertuiginformatie en werk deze bij

  1. Noteer het voertuig-ID en het serienummer van het apparaat
    Het serienummer staat op de achterkant van het apapraat.
  2. Het apparaat verwijderen uit de portal van uw wagenpark:

Stap 10: Geef het apparaat terug

  1. Geef de sleutels terug aan de klant.
  2. Identificeer welke apparaten moeten worden teruggegeven aan de klant, indien van toepassing.
  • Installatiepartners: laat de klant weten welke apparaten worden teruggegeven.
  • Klanten van Verizon Connect: Neem contact op met de klantenservice om het teruggeven van apparaten te regelen.

Disclaimer

Verizon Connect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade door of via gebruik van onze services, waaronder de gps-volghardware en dashcams, op een manier die tegenstrijdig is met deze instructies of volgens de wet en/of onze overeenkomst niet toegestaan is. Volghardware die aangesloten is op de diagnostische poort van elk voertuig waarin externe apparaten ook zijn aangesloten op de diagnostische poort, kan interferentie of functionaliteitsverlies van het externe apparaat tot gevolg hebben. Deze externe apparaten zijn onder andere rolstoelliften, levensreddende apparatuur, noodverlichting en laserguns. Indien er een conflict bestaat, neem dan contact op met Verizon Connect Support om uw volghardware te configureren om het externe apparaat te ondersteunen. Als dit niet gedaan wordt, is Verizon Connect niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit of gekoppeld is aan uw gebruik van de apparaten. Geïnstalleerde apparaten mogen alleen worden verwijderd en verplaatst naar een ander voertuig indien het tweede voertuig getest is voor compatibiliteit, volgens deze instructies. Indien overplaatsingen tussen voertuigen niet volgens deze instructies verlopen, komen alle garanties van Verizon Connect te vervallen en wordt Verizon Connect van alle aansprakelijkheid ontheven voor schade door of via het gebruik van de apparaten.


Was dit artikel nuttig?


Aantal gebruikers dat dit nuttig vond: 0 van 3