Installatiehandleiding: Xirgo met gevoede Y-kabel | OBD-II
Vaardigheidsniveau: Expert
Het installatieprogramma kan algemene motor- en elektrische systemen en bedrijfsmiddelen identificeren en ermee verbinding maken, zoals controlemodules, sensoren, activeringsdraden, dynamo's en magneetschakelaars. Het installatieprogramma kan zowel pull-up als pull-down resistors, relais en diodes gebruiken.
Vereiste tijd: 20-40 minuten
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u en Xirgo-apparaat kunt installeren in een voertuig met een OBD-II-poort met behulp van een gevoede Y-kabel. De handleiding bevat ook stappen voor het installeren van het volgsysteem in een voertuig met een kill switch of hoofduitschakelknop.
In deze handleiding:
Stap 1: Voertuigpositie
Stap 2: Pak uw gereedschap
Stap 3: Controleer de inhoud van de kit
Stap 4: Identificeer de onderdelen van het Xirgo-apparaat
Stap 5: Identificeer de onderdelen van de Y-kabel
Stap 6: Identificeer de onderdelen van de I/O-uitrusting
Stap 7: Noteer het serienummer van het apparaat
Stap 8: Zoek de OBD-II-poort van het voertuig
Stap 9: Verwijder de OBD-II-poort van het voertuig
Stap 10: Monteer de gevoede Y-kabel in het voertuig
Stap 11: Steek de OBD-II-bypass-connector in de OBD-II-poort
Stap 12: Verbind de gevoede Y-kabel met het apparaat
Stap 13: Controleer de status van het apparaat via de LEDs
Stap 14: Verbind de Molex I/O-uitrusting met 15 pinnen met het Xirgo-apparaat
Stap 15: Verbind de witte ontstekingsdraad van de I/O-uitrusting (voertuigen met kill switch)
Stap 16: Verbind optionele randapparatuur of sensoringangen
Stap 17: Geleid en bevestig de kabels
Stap 18: Bevestig het apparaat en zet het vast
Stap 19: Koppel het apparaat en controleer de werking
Stap 20: Werk de configuratie van het voertuigvolgsysteem bij (voertuigen met een kill switch)
Stap 1: Voertuigpositie
Zet het voertuig op een locatie met goede netwerkdekking.
De motor moet uit staan wanneer u het apparaat installeert.
Stap 2: Pak uw gereedschap
Afhankelijk van het voertuigtype heeft u het volgende gereedschap nodig:
- Werklamp
- Verwijderingshulpmiddelen dashpaneel
- Schroevendraaienbits en doppenset
- Tiewraps
- Draadstripgereedschap
- Digitale spanningsmeter
Stap 3: Controleer de inhoud van de kit
- Xirgo-apparaat
- Gevoede Y-kabel
- I/O-kabelboom voor randapparatuur (vereist voor voertuigen met een kill switch of hoofduitschakelknop, of installaties met optionele randapparatuur)
Stap 4: Identificeer de onderdelen van het Xirgo-apparaat
(A) Bevestigingsplaatjes
(B) 14-pins Y-kabel-diagnoseconnector
(C) 24-pins I/O-uitrusting
(D) Amber LED voor mobiel netwerk
(E) Blauwe LED voor Bluetooth (indien beschikbaar)
(F) Groene LED voor GPS
(G) Apparaatlabel
Stap 5: Identificeer de onderdelen van de Y-kabel van de OBD-II
(A) OBD-II-bypass-connector (verbind met de OBD-II-poort van het voertuig)
(B) Vervangende OBD-II-poort (monteer in plaats van de OBD-II-poort van het voertuig)
(C) 14-pins Molex-connector (steek deze in het Xirgo-apparaat)
Stap 6: Identificeer de onderdelen van de I/O-uitrusting
(A) OBD-II 24-pins I/O-uitrusting (compatibel met RFID), maakt verbinding met Xirgo-apparaat
(B) Ingang 4 - zwart/groene draad (aarde)
(C) Ingang 2 - zwart/oranje draad (negatieve trekker)
(D) Ingang 1 - paarse draad (positieve trekker)
(E) Paniek/privacy - 4-pins connector
(F) Lezer bestuurders-ID - 2-pins connector
(G) Garmin - 10-pins connector
(H) Buzzer bestuurders-ID - 3-pins connector
(I) RFID-lezer - 6-pins connector
(J) Ingang/uitgang softwaregestuurde ontsteking - witte draad (alleen gebruiken voor voertuigen met een kill switch of hoofduitschakelknop of wanneer aangegeven door Verizon Connect)
(K) 3 amp zekering
Stap 7: Noteer het serienummer van het apparaat
Noteer het ESN/serienummer van het apparaat (u heeft deze nodig tijdens een latere stap).
Installatiepartners van Verizon Connect kunnen het ESN/serienummer van het apparaat scannen met behulp van de Reveal Hardware Installer (RHI)-app.
Het serienummer van het apparaat (ESN genaamd in Reveal) staat op het apparaatlabel.
Stap 8: Zoek de OBD-II-poort van het voertuig
Zoek de OBD-II-poort van het voertuig door de volgende plekken te onderzoeken (in deze volgorde):
- Onder het dashboard
- Onder de stuurinrichting
- Alle plekken die in de onderstaande afbeelding zijn aangegeven
Raadpleeg de handleiding van de voertuigeigenaar als u de OBD-II-poort niet kunt vinden, of ga naar https://www.hum.com/setup/#section_locateobd
Stap 9: Verwijder de OBD-II-poort van het voertuig
Verwijder de OBD-II-poort van het voertuig vanuit de bevestigingsbeugel door op de loslaat-flapjes te duwen of door het verwijderen van de schroeven die hem op zijn plaats houden. Mogelijk moet u het dashbordpaneel verwijderen om toegang te krijgen tot de OBD-II-poort.
Pas goed op als u de OBD-II-poort van het voertuig verwijderd. Wanneer u overmatige druk uitoefent op de draden, of de OBD-II-poort op andere wijze beschadigt, kan dit invloed hebben op de prestaties van het voertuig.
Stap 10: Monteer de gevoede Y-kabel in het voertuig
- Controleer en vergelijk de vervangende OBD-II-poort met die van het voertuig.
Afhankelijk van de vorm van de OBD-II-poort van het voertuig, moet u mogelijk de schroefplaat op de vervangende OBD-II-poort verwijderen zodat deze in het voertuig past.
- Laat de vervangende poort van de gevoede Y-kabel achter het dashboard lopen en monteer deze in de plaats van de OBD-II-poort van het voertuig.
Stap 11: Steek de OBD-II-bypass-connector in de OBD-II-poort
Sluit de OBD-II-bypass-connector van de Y-kabel aan op de OBD-II-poort van het voertuig. Dit biedt voeding en diagnostische gegevens aan het apparaat.
Stap 12: Verbind de gevoede Y-kabel met het apparaat
- Plaats de 14-pins Molex-connector op de gevoede Y-kabel in het apparaat.
Mogelijk moet u de uitrusting naar de montagelocatie van het apparaat laten lopen door nauwe ruimtes voordat u ze met het apparaat verbindt.
- Controleer of het apparaat stroom ontvangt (de LEDs branden).
Mogelijk moet u het contact aanzetten voordat het apparaat stroom ontvangt.
Stap 13: Controleer de status van het apparaat via de LEDs
Het Xirgo-volgsysteem heeft drie LEDs die worden gebruikt om de status van het apparaat te bekijken.
(A) Oranje LED (mobiel netwerk)
- UIT: Apparaat ontvangt geen stroom
- Knipperend: Contact staat UIT
- Snel knipperen: Zoeken naar mobiel signaal / Contact AAN
- Constant: Mobiel signaal gevonden / Contact AAN
(B) Blauwe LED (Bluetooth) alleen voor apparaten met Bluetooth
- UIT: Geen Bluetooth verbinding
- Knipperend: Bluetooth verbonden
(C) Groene LED (GPS)
- UIT: Zoeken naar satellieten
- Knipperend: Aantal satellieten +1
- De LED knippert om aan te geven dat er een GPS-signaal is gevonden.
- De LED blijft knipperen om het aantal gevonden satellieten aan te duiden.
Stap 14: Verbind de I/O-uitrusting met het Xirgo-apparaat
Verbind de I/O-uitrusting met het Xirgo-apparaat.
Raadpleeg het artikel Versies Xirgo I/O-uitrusting voor meer informatie over de verschillende versies van de I/O-uitrusting.
Stap 15: Sluit de witte draad van de I/O-uitrusting (voertuigen met kill switch) aan
Voer deze stap alleen uit als u het volgsysteem installeert in een voertuig met een kill switch of hoofduitschakelknop.
(A) Xirgo-apparaat
(B) I/O-uitrusting (maakt verbinding met de 24-pins connector van Xirgo)
(C) Witte draad (maakt verbinding met de ontsteking van het voertuig)
- Bekijk de goedgekeurde methoden voor het maken van draadverbindingen:
Voor meer informatie over insteken, verbindingsconnectors, posi-tap en het toevoegen van circuits aan adapters voor zekeringsblokken: zie de Normen voor elektrische aansluitingen en richtlijnen voor installatiebeleid van Verizon Connect.
Voor meer informatie over insteekmethoden: Zie de FAQ: Hoe maak ik een verbinding door middel van insteken in de draad (soldeervrije verbinding)? - Zoek de ontstekingsbron in het voertuig. Dit kan een ontstekingsschakelaar zijn, een reserve fabrieksdraadaansluiting met label voor ontstekingstoevoer of ontstekingstoevoer met label op de zekeringsdoos.
Gebruik een digitale multimeter om te controleren of de spanning niet lager wordt dan 9 VDC terwijl de motor aan staat. - Sluit de witte draad van de uitrusting aan op de ontstekingsbron van het voertuig met behulp van een goedgekeurde aansluitngsmethode.
Stap 16: Verbind optionele randapparatuur of sensoringangen
Verbind optionele randapparatuur zoals beschreven in de relevante paragraaf Randapparatuur.
Kabeldiagram en pin-uit voor I/O-uitrusting
Stap 17: Geleid en bevestig de kabels
- Leid de kabels naar de bevestigingslocatie en sluit ze aan.
Rol de kabel op en zet alle losse kabels vast met tiewraps om ervoor te zorgen dat het de bestuurder of een normale hantering van het voertuig niet in de weg zit.
- Controleer of alles goed vast zit en snijd de mogelijke overtollige lengte aan tiewraps af.
Pas op bij het afsnijden van de tiewraps. Per ongeluk andere draden doorsnijden of insnijden zal prestatieproblemen veroorzaken bij het voertuig. - Zorg dat de kabel de bestuurder of een normale hantering van het voertuig niet in de weg zit. Als u het dashbordpaneel verwijderd heeft, plaats het paneel dan pas terug wanneer u de netwerkverbinding hebt bevestigd (zie Stap 19).
Stap 18: Bevestig het apparaat en zet het vast
- Zoek een geschikte locatie om het apparaat te bevestigen. Aanbevolen bevestigingslocaties worden hieronder weergegeven.
(A) Achter het kniepaneel van de bestuurder
(B) Achter de middenconsole
(C) Achter het handschoenenkastje
Houd bij het kiezen van een bevestigingsplaats rekening met het volgende om zeker te zijn van een goede netwerkverbinding:
- Het apparaat dient bevestigd te worden met de labelkant omhoog en richting de lucht voor het beste signaal.
- Plaats het apparaat niet recht onder grote metalen onderdelen.
- Het apparaat werkt door glas, plastic en composietmaterialen.
- Zet het apparaat stevig vast op een stabiele bevestigingsbeugel of aan kabels met behulp van tiewraps, VHB-tape of industrieel klittenband. Plak geen tape over het ESN/serienummer op het etiket (als het tape verwijderd wordt, trekt dit het etiket mee en wordt het onleesbaar).
Het apparaat moet stevig worden vastgezet zodat het niet beweegt en foutieve meldingen van onrustig rijgedrag maakt.
Stap 19: Koppel het apparaat en controleer de werking
Gebruik Spotlight of het Reveal-portaal om succesvolle installaties te koppelen en te verifiëren. Bekijk hoe u een installatie kunt verifiëren in Reveal.
Stap 20: Werk de configuratie van het voertuigvolgsysteem bij (voertuigen met een kill switch)
Voer deze stap alleen uit als u het volgsysteem installeert in een voertuig met een kill switch of hoofduitschakelknop.
Om onjuiste Reveal-statussen zoals onterechte wegsleepmeldingen te voorkomen, moet het apparaat worden geconfigureerd als Ontsteking 3 (3-draads, hardwired).
Om de configuratie van het voertuigvolgsysteem bij te werken, kunt u het volgende doen:
- Werk de instelling voor de voedingsbron van het voertuigvolgsysteem bij in Reveal. Voor meer informatie over het bijwerken van deze instelling, zie: De instelling voor de voedingsbron van het voertuigsysteem bijwerken voor Xirgo-voertuigvolgsystemen.
- Bel de ondersteuning van Reveal op 866.908.1165 om de apparaatconfiguratie bij te werken zodat de ontstekingsstatus voor de 3-draads installatie opgemerkt wordt.
Disclaimer
Verizon Connect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade door of via gebruik van onze services, waaronder de gps-volghardware en dashcams, op een manier die tegenstrijdig is met deze instructies of volgens de wet en/of onze overeenkomst niet toegestaan is. Volghardware die aangesloten is op de diagnostische poort van elk voertuig waarin externe apparaten ook zijn aangesloten op de diagnostische poort, kan interferentie of functionaliteitsverlies van het externe apparaat tot gevolg hebben. Deze externe apparaten zijn onder andere rolstoelliften, levensreddende apparatuur, noodverlichting en laserguns. Indien er een conflict bestaat, neem dan contact op met Verizon Connect Support om uw volghardware te configureren om het externe apparaat te ondersteunen. Als dit niet gedaan wordt, is Verizon Connect niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit of gekoppeld is aan uw gebruik van de apparaten. Geïnstalleerde apparaten mogen alleen worden verwijderd en verplaatst naar een ander voertuig indien het tweede voertuig getest is voor compatibiliteit, volgens deze instructies. Indien overplaatsingen tussen voertuigen niet volgens deze instructies verlopen, komen alle garanties van Verizon Connect te vervallen en wordt Verizon Connect van alle aansprakelijkheid ontheven voor schade door of via het gebruik van de apparaten.