Installatiehandleiding: Zware vrachtwagens met RP1226 diagnostische kabelboom op Fleet
Vaardigheidsniveau: Gemiddeld
Installateurs moeten dashpanelen en instrumentengroepen kunnen verwijderen en apparaten kunnen bevestigen en monteren.
In dit artikel wordt uitgelegd hoe u een hulpmiddel installeert met gebruik van een RP1226 diagnostische kabelboom.
Vereiste tijd: 20-40 minuten
Updates van configuratiebestanden
1. Installatiemonteurs moeten contact opnemen met Support om alle geïnstalleerde hardwareaccessoires in te schakelen en de parameterinstellingne daarvan toe te passen. Bijvoorbeeld, een bestuurders-ID en buzzer moeten worden ingeschakeld samen met parameterinstellingen voor de respijtperiode en time-outinstellingen van de buzzer door Support te bellen.
2. Het configuratiebestand moet ook worden bijgewerkt om ontstekingsdetectie met witte draad in te schakelen als een driedraads (bekabeld) stroomaansluiting wordt gebruikt (niet van toepassing op RP1226).
- Bestuurders-ID-lezer / DRID-buzzerinstellingen
- Paniek- / privacyknop
- Bluetooth (*alleen beschikbaar op Fleet)
- ELD (*alleen beschikbaar op Fleet)
- Deursensoren / magnetische sensoringangen (*alleen beschikbaar op Fleet)
- Temperatuursensoringangen (*alleen beschikbaar op Fleet)
- Garmin (*alleen beschikbaar op Fleet)
- Startonderbreking (*alleen beschikbaar op Fleet)
In dit artikel:
- Stap 1: Identificeer de onderdelen
- Stap 2: Vind de RP1226-aansluiting
- Stap 3: Het apparaat bevestigen
- Stap 4: Sluit de hardware-adapterkabel aan
- Stap 5: De kabels wegleiden
- Stap 6: Sluit de ontstekingsdraad aan (optioneel)
- Stap 7: Sluit het diagnostische kabeleinde aan op het hulpmiddel
- Stap 8: Controleer de werking
Stap 1: Identificeer de onderdelen
RP1226 aansluiting pin-uit.
- De RP1226 heeft 14 aansluitingen (2 rijen van 7 aansluitingen).
- Raadpleeg de volgende pin-uitlijst voor identificatie of probleemoplossing:
- Pin 1: Beschermd vermogen
- Pin 2: J1939 S-CAN (+)
- Pin 4: J1939 K-CAN (+)
- Pin 7: Ontstekingsvermogen
- Pin 8: Aarde
- Pin 9: J1939 S-CAN (+)
- Pin 11: J1939 K-CAN (+)
Universeel diagnostisch kabeleinde
Hulpmiddelspecifiek kabeleinde
Stap 2: Vind de RP1226-aansluiting
De primaire RP1226-aansluiting kan normaal gezien direct boven de voetruimte aan de bestuurderskant gevonden worden. Sommige zijn vrij toegankelijk terwijl er bij anderen eerst een paneel verwijderd moet worden om toegang te krijgen tot de RP1226-aansluiting vlakbij een stroomverdeeldoos.
Veel vrachtwagens beschikken ook over een secundaire RP1226-aansluiting achter de centrale bedieningspanelen. Secundaire aansluitingen bevinden zich bovenaan onder de ‘taartplaat’ or vlakbij de middenlijn en rechtsonder bij de centrale bediening.
Stap 3: Het apparaat bevestigen
Apparaten worden over het algemeen achter het instrumentcluster of het kniepaneel geplaatst of onder de bovenste afdekking van de centrale bediening. Apparaten kunnen probleemloos mobiele netwerken en GPS-signalen ontvangen door glas, plastic en andere samenstellingen.
- Bevestig het apparaat aan een beugel, stabiele draadbundel of andere platte vlakken met gebruik van tiewraps, plakband of industrieel klittenband zodat het niet kan bewegen.
Het apparaat moet stevig worden vastgezet zodat hij niet beweegt en foutieve meldingen van onrustig rijgedrag maakt. - Voor de beste ontvangst plaatst u het apparaat met de label naarboven, op de lucht gericht en met het zicht richting de buitenkant van het voertuig.
- Plaats het apparaat niet direct onder grote metalen objecten die signalen kunnen verstoren.
De kabel mag de bestuurder of een normale hantering van het voertuig niet in de weg zitten. Let vooral op pedalen, stuurassen, telescopische sturen en aanpassingshendels.
Bevestigingslocatie: Xirgo XT63xx
Stap 4: Sluit de hardware-adapterkabel aan
Sluit de RP1226-diagnostische kabelboom aan op de hardware-adapterkabel.
Stap 5: De Kabels wegleiden
- Leid de kabels naar de bevestigingslocatie die u eerder al heeft gekozen. Rol het op en zet de losse kabels vast met tiewraps.
- Controleer of alles goed vast zit en snijd de mogelijke overtollige lengte aan tiewraps af.
Pas op bij het afsnijden van de tiewraps. Per ongeluk andere draden doorsnijden of insnijden zal prestatieproblemen veroorzaken bij het voertuig.
Stap 6: Sluit de ontstekingsdraad aan (optioneel)
De RP1226-kabelboom van de fabriek biedt batterij+, ontsteking en aarde.
De onstekingsuitgang bestaat in de vorm van de botgesneden witte draad die uit de universele RP1226-aansluitkabelboom steekt. Deze uitgang kan gebruikt worden om stroom te leveren aan camera's of andere accessoires zoals Bestuurder-ID-buzzers, of waar nodig ook paniekknoppen. Het is echter niet vereist voor alle installaties.
- Gebruik een verbingingsconnector, posi-tap of krimpsluiting om de ontstekingsuitgangsdraad samen te voegen met de onstekingsvoeding van het accessoire-item.
- U moet een zekeringshouder van 3-5 amp gebruiken als de ontstekingsuitgang is aangesloten.
Stap 7: Sluit het diagnostische kabeleinde aan op het apparaat
Sluit de diagnostische kabelboomadapter van de hardware aan op het apparaat (zie de apparaatafbeeldingen hieronder).
Verizon Connect VT-400
CalAmp 3640
Xirgo XT63xx
Stap 8: Controleer de werking
Om de werking te controleren:
- Gebruik de Fleet Hardware Installer-app of
- bel de technische ondersteuning van Fleet op 877.943.7306.
Om de Fleet Hardware Installer-app te downloaden:
- iOS: ga naar de Apple App Store.
- Android: ga naar de Google Play Store.
Disclaimer
Verizon Connect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade door of via gebruik van onze services, waaronder de gps-volghardware en dashcams, op een manier die tegenstrijdig is met deze instructies of volgens de wet en/of onze overeenkomst niet toegestaan is. Volghardware die aangesloten is op de diagnostische poort van elk voertuig waarin externe apparaten ook zijn aangesloten op de diagnostische poort, kan interferentie of functionaliteitsverlies van het externe apparaat tot gevolg hebben. Deze externe apparaten zijn onder andere rolstoelliften, levensreddende apparatuur, noodverlichting en laserguns. Indien er een conflict bestaat, neem dan contact op met Verizon Connect Support om uw volghardware te configureren om het externe apparaat te ondersteunen. Als dit niet gedaan wordt, is Verizon Connect niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit of gekoppeld is aan uw gebruik van de apparaten. Geïnstalleerde apparaten mogen alleen worden verwijderd en verplaatst naar een ander voertuig indien het tweede voertuig getest is voor compatibiliteit, volgens deze instructies. Indien overplaatsingen tussen voertuigen niet volgens deze instructies verlopen, komen alle garanties van Verizon Connect te vervallen en wordt Verizon Connect van alle aansprakelijkheid ontheven voor schade door of via het gebruik van de apparaten.