Overzicht handleiding: Relais
Dit artikel legt de werking van relais uit. Het is een nuttige gids bij het installeren van en bij het oplossen van problemen met de relais. Relais kunnen meestal gebruikt worden bij installaties met een PTO, giek, lichtkoepel, gekoelde truckeenheden (koelopleggers), koplampen, een claxon of een deurontgrendeling.
In dit artikel:
Onderdelen relais
Een relais bevat onderdelen die vergelijkbaar zijn met die van een lichtschakelaar. In plaats van een schakelaar hebben relais mechanische contactpunten die elektrisch afgesloten worden door de kracht van een magnetisch veld die ontstaat als er stroom in een kleine elektromagneet in het relais komt. Daarom wordt een relais ook wel een elektromagnetische schakelaar genoemd.
We gebruiken voornamelijk eenpolige tweewegsrelais (SPDT). Er zijn veel verschillende typen relais, maar de onderdelen en bediening zijn vergelijkbaar.
De binnendelen van een relais bestaan uit drie basisonderdelen: contactpunten, een springveer en een spoel.
Contactpunten
Er zitten drie contactpunten in een standaard relais. Deze worden als volgt gelabeld:
- 87 (roze pijl in afbeelding)
- 87a (blauwe pijl in afbeelding)
- 30 (groene pijl in afbeelding)
Contactpunt 30 wordt “Algemeen” genoemd vanwege de mogelijkheid om tussen contactpunt 87a en contactpunt 87 te wisselen.
Contactpunt 87a wordt “Doorgaans gesloten” (NC) genoemd omdat het rust op contactpunt 30 als het relais geen stroom krijgt.
Contactpunt 87 wordt “Doorgaans geopend” (NO) genoemd omdat het geen contact maakt met contactpunt 30 totdat het relais stroom krijgt.
Springveer
Het type springveer kan verschillen. Het relais staat in de rust als de springveer geen stroom ontvangt. Als het relais in de rust staat, houdt de springveer contactpunten 30 en 87a bij elkaar. Deze contactpunten creëren een elektrische verbinding terwijl het relais in de rust staat of stroom ontvangt.
Spoel
De spoel bevat twee verbindingspunten; deze zijn gelabeld als 85 en 86 op een SPDT-relais. De spoel genereert een magnetisch veld als er stroom doorheen loopt. Dit magnetische veld zorgt er vervolgens voor dat het algemene contactpunt of “Pool” (30) contact maakt met het doorgaans geopende contactpunt (87) en het contact verbreekt met het doorgaans gesloten contactpunt (87a). De positieve (+) en negatieve (-) polariteit kan dan aan verbindingspunten 85 en 86 geleverd worden. De verbindingspunten kunnen zowel positieve als negatieve polariteit ontvangen tenzij het relais een “blusdiode” bevat. Als het relais een “blusdiode” bevat, hebben de verbindingspunten in de spoel een specifieke polariteit.
Gebruikscategorieën relais
Een relais heeft veel verschillende configuraties die in vier gebruikscategorieën ingedeeld kunnen worden: versterken, onderbreken, selecteren en omkeren.
Versterken
Met een relais kunt u een kleine hoeveelheid stroom gebruiken om een grotere stroom te passeren. Bijvoorbeeld om ramen, koplampen of een startmotor van stroom te voorzien. Het onderstaande relaisdiagram laat zien hoe een mogelijke activering van 200 mA gebruikt wordt om zo nodig een hoge stroomsterkte (+) te verzenden. In dit geval kunnen contactpunt 87 en contactpunt 30 omgedraaid worden.
Onderbreken
Een relais kan gebruikt worden om waar nodig een netwerk te onderbreken. Voorbeelden zijn het uitschakelen van een startmotor/ontsteking, sommige deurvergrendelingsnetwerken en verlichtingssystemen. Het onderstaande relaisdiagram laat zien hoe u een startmotornetwerk kunt onderbreken met een negatieve (-) activering. Als de spoel onder stroom staat, opent deze het netwerk zodat het startdraad losgekoppeld wordt (open netwerk). Het afgebroken startdraad kan afwisselend aangesloten worden op contactpunt 87a en contactpunt 30.
Schakelen
Relais worden uitsluitend gebruikt voor elektrisch schakelen, waarbij een relais gebruikt kan worden om twee verschillende netwerken in- en uit te schakelen. Het onderstaande diagram toont het schakelen van stroom tussen twee apparaten. Wanneer het relais in de rust staat, wordt er stroom naar apparaat A gestuurd. Wanneer het relais onder stroom staat, wordt er stroom naar apparaat B gestuurd.
Omkeren
Wanneer een netwerk positief is (+) terwijl er negatief (-) nodig is, kunt u een relais gebruiken om het netwerk om te keren. Bijvoorbeeld: op een PTO, een giek of een koepellicht.
Het onderstaande diagram toont hoe u een positieve (+) draad kunt gebruiken om een negatief (-) signaal te verzenden.
Toepassingen relais
Relais worden gebruikt als in- en uitgangen van onze apparaten.
We gebruiken relais vaak als ingang als we het volgende willen doen:
- Het apparaat afzonderen van het voertuig, of het ene elektrische systeem afzonderen van het andere.
- Polariteit omkeren.
We gebruiken relais vaak als uitgang als we het volgende willen doen:
- Apparatuur met een hoge stroomsterkte aandrijven.
- Een verbinding onderbreken.
Relaisingangen: voorbeelden
Voorbeeld 1: het apparaat afzonderen van het voertuig, of het ene elektrische systeem afzonderen van het andere.
Een klant heeft een hybride gekoelde vrachtwagen waarvan de koeloplegger elektrisch aangedreven wordt in plaats van door diesel. De koeloplegger maakt gebruik van een ander elektrisch systeem dan de vrachtwagen. De twee elektrische systemen kunnen niet samen verbonden worden of een aarding delen. We moeten controleren wanneer de koeloplegger aan of uit gaat, maar het apparaat dat we gebruiken moet op het elektrische systeem van de vrachtwagen geïnstalleerd worden. Dit doen we door de koeloplegger te gebruiken om een relais te activeren, wat een aarding stuurt van de kant van de vrachtwagen.
Voorbeeld 2: polariteit omkeren
De klant heeft een vrachtwagen met een PTO die gecontroleerd moet worden. Indien ingeschakeld wordt deze getest als (+) en indien uitgeschakeld als (0) open. Aangezien deze zowel open als (+) aantoont, kunnen we niet zien wanneer deze van staat wisselt. Daarom moeten we de polariteit die naar het systeem gaat, omkeren. Dat doen we door de (+) te gebruiken indien ingeschakeld om een relais te activeren die, ingeschakeld, (-) verstuurt en uitgeschakeld (0) open.
Relaisuitgangen: voorbeelden
Voorbeeld 1: apparatuur met een hoge stroomsterkte aandrijven
Wanneer we een hoge stroomsterkte moeten leveren, gebruiken we de uitgang van het systeem om een relais te activeren om de stroom te versturen. Voorbeelden zijn een koplamp, een claxon of een deurontgrendeling.
Voorbeeld 2: een verbinding onderbreken
Wanneer we een verbinding moeten verbreken, gebruiken we de uitgang van het systeem om een relais te activeren om deze te verbreken. Een voorbeeld is het uitschakelen van een startmotor.
Voorbeelden PTO
PTO voorbeeld 1
Dit voorbeeld laat zien hoe u een SPDT-relais kunt gebruiken voor een positieve (+) PTO. Dit relais gebruikt het positieve (+) PTO-signaal om het relais te activeren, waardoor er een aardingssignaal naar apparaatingang #1 gestuurd wordt.
(Bekijk het systeembedradingsdiagram voor locaties.)
PTO voorbeeld 2
Dit voorbeeld laat zien hoe u een SPDT-relais kunt gebruiken voor een (+) PTO bij een PTO-licht. Dit relais gebruikt het (+) PTO-signaal om het relais te activeren, waardoor er een aardingssignaal naar de apparaatingang gestuurd wordt.
PTO voorbeeld 3
Dit voorbeeld laat zien hoe u een SPDT-relais kunt gebruiken voor een (-) PTO. Dit gebruikt het (-) PTO-signaal om het relais te activeren waardoor er een aardingssignaal naar apparaatingang #1 gestuurd wordt.
(Bekijk het systeembedradingsdiagram voor locaties.)
PTO voorbeeld 4
Dit voorbeeld laat zien hoe u een SPDT-relais kunt gebruiken voor een (-) PTO bij een PTO-licht. Dit relais gebruikt het (-) PTO-signaal om het relais te activeren, waardoor er een aardingssignaal naar de apparaatingang gestuurd wordt.
Disclaimer
Verizon Connect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade door of via gebruik van onze services, waaronder de GPS-volghardware, op een manier die tegenstrijdig is met deze instructies of volgens de wet en/of onze overeenkomst niet toegestaan is. Geïnstalleerde apparaten mogen alleen worden verwijderd en verplaatst naar een ander voertuig indien het tweede voertuig getest is voor compatibiliteit, volgens deze instructies. Indien overplaatsingen tussen voertuigen niet volgens deze instructies verlopen, komen alle garanties van Verizon Connect te vervallen en wordt Verizon Connect van alle aansprakelijkheid ontheven voor schade door of via het gebruik van de apparaten.