Voorkomen dat de camera voortdurend opnieuw opstart - model 2
Wanneer een naar de weg gerichte camera (model 2) regelmatig opnieuw opstart, kan dit worden veroorzaakt door: onjuiste bekabeling of installatie; losse, geknikte of beschadigde kabels; of een defecte DC-voedingsadapter.
In dit artikel
Voor u begint
Controleer de camera-indicatorlampjes
Schakel het voertuig in en wacht 5 minuten zodat de camera kan opstarten. De rode, blauwe en groene lampjes gaan knipperen.
U hoort een enkele pieptoon. Een enkele pieptoon geeft aan dat uw systeem juist is aangesloten en stroom ontvangt.
Aan
Aan/uit
Uit
Geen geluid
Als de camera continu opnieuw opstart en de ledlampjes voortdurend rood en knipperend blauw zijn, pak dan uw gereedschap en maak u klaar voor enkele controles.
Als u een andere combinatie van lampjes ziet, moet u de problemen met de indicatorlampjes van de camera verhelpen.
Pak uw gereedschap
Afhankelijk van uw voertuigtype heeft u het volgende gereedschap nodig:
- Zaklamp
- Gereedschap om voertuigpanelen los te halen
- Sleutel om het veiligheidsklepje van de camera te openen
- Draadschaar
Zet uw voertuig klaar
Zorg dat:
- Het voertuig zich in een gebied met goede netwerkdekking bevindt.
- Het contact is uitgeschakeld.
Controleer de verbindingen van de camera
Stap 1. Bepaal de voedingsbron
- Zoek naar de voedingskabels van de camera. Deze bevinden zich doorgaans onder het dashboard.
- De camera kan op twee manieren verbonden zijn aan een voedingsbron; dit is afhankelijk van uw voertuigtype.
- Zorg er bij lichte zakelijke- of privévoertuigen (alleen 12 V) met een OBD-II connector voor dat de kabel in de poort stevig vast zit en ga door naar Stap 3. Zoek naar een losse verbinding.
- Voor lichte voertuigen die vóór 1996 zijn geproduceerd of voor vrachtwagens met aansluitkabels met 9 pennen (alleen 12 volt) gaat u naar Stap 2. Controleer de bekabeling (aansluitkabel met 3 draden).
- Deze installatiemethode wordt alleen aangeraden voor ervaren installateurs met ervaring met elektrische bedrading.
Stap 2. Controleer de bekabeling (aansluitkabel met 3 draden)
- Beweeg de zwarte aardkabel en aardaansluitingen heen en weer. Zet deze vast als ze loszitten.
- Zoek de zwarte draad. Deze moet geïnstalleerd zijn door middel van insteken in de draad (methode goedgekeurd door Verizon).
- Volg deze stappen als er een andere methode is gebruikt:
- Zoek de juiste draad.
- Strip de isolatie van een deel van de draad.
- Maak een gat in de blootgelegde draad.
- Steek de draad door het gat.
- Wikkel de draad stevig vast en isoleer met isolatietape.
- Plaats een tiewrap over de isolatietape aan elke zijde van de verbinding.
- Volg deze stappen als er een andere methode is gebruikt:
Schakel het contact in.
Wacht 5 minuten zodat de camera kan opstarten. De rode, blauwe en groene lampjes gaan knipperen.
U hoort een pieptoon en de blauwe en groene lampjes gaan constant branden. Een enkele pieptoon geeft aan dat uw systeem juist is aangesloten en stroom ontvangt.
Als de blauwe en groene lampjes niet constant branden na 5 minuten, moet u het probleem met de indicatorlampjes van de camera verhelpen.
Als de camera nog steeds opnieuw opstart, ga naar stap 3.
Stap 3. Controleer of er een losse verbinding is
- Schakel het contact uit.
- Zoek de snorkelkabel die direct in de camera kan worden gestoken.
- Beweeg de kabel om te controleren of er een losse verbinding is.
- Als de kabel in slechte staat verkeert, een losse verbinding of gebogen pinnen heeft, of wanneer de camera opnieuw op blijft starten, neem dan contact op met ondersteuning om een nieuwe kabel te bestellen.
Als de camera nog steeds opnieuw opstart, ga naar stap 4.
Stap 4. Bekijk of de kabels beschadigd zijn
- Leg de kabelaansluiting van de naar de weg gerichte camera bloot.
- Controleer of de kabels beschadigd zijn.
- Als u zichtbare schade waarneemt, neem dan contact op met ondersteuning om een nieuwe kabel te bestellen.
Als de camera nog steeds opnieuw opstart, ga naar stap 5.
Stap 5. Plaats een vervangende DC-voedingsadapter
Neem contact op met ondersteuning, leg het probleem met opnieuw opstarten uit en vraag een vervangende DC-voedingsadapter aan.
- Om de vervangende DC-voedingsadapter te installeren, zoekt u de huidige adapter onder het dashboard of achter een paneel.
- Haal kabels A en B aan beide kanten van de adapter los (DC IN en DC 5 V UIT).
- Verwijder de adapter.
- Bevestig kabels A en B aan de nieuwe adapter.
- Plaats het dashboard en de panelen terug, indien nodig.
Werp de oude adapter op verantwoorde wijze weg.